De vraag of ik wel goed genoeg ben om bij God thuis te komen, zal wel uitsterven. In een wereld waarin welhaast alleen nog prinsessen en prinsen opgroeien, zal de Heer wel blij zijn met iedereen. Dat hij van iedereen houdt staat vast. Het geldt ook voor de oudere die het eigenlijk niet kan geloven.  We vieren het met Advent. Een van de meest bekende bijbelteksten is niet voor niets Johannes 3: 16. Het is nog iets anders of God blij is met ieders doen en laten. Aan zijn ‘grondpersoneel’ valt te allen tijde nog wel iets bij te schaven. Dat doet hij trouwens ook graag. Wel is de vraag natuurlijk of zijn mensen, de volgelingen van Jezus, er voor openstaan. Maar goed, ook daar is Advent voor bedoeld. Even stilstaan bij de vragen waar het nu werkelijk om gaat. Bij de vraag waarom Jezus is gekomen. Wat dat voor hem betekende en wat het daarmee voor mij/ons betekent.

 

Zit ik helemaal fout, wanneer ik zo nu en dan de indruk heb dat wij enigszins slordig omgaan met onze Bevrijder? En daarbij sluit ik zeker mijzelf niet uit. Het is zo gemakkelijk, om van de dingen die Jezus ons zegt te denken, dat het mooi, maar niet echt haalbaar is. Neem alleen maar wat hij zegt over liefde. Een onderwerp waarvan ieder die er even over nadenkt zal zeggen dat het verschrikkelijk belangrijk is. Misschien wel het belangrijkste om in het leven na te streven. Liefde voor God, voor je medemens, voor je vijand zelfs. En voor jezelf, niet te vergeten.

 

Maar als het er op aan komt? Wanneer iemand je kwetst of gewoon niet ligt? Daar gaan we dan al de mist in. Niet, dat je van iedereen moet houden met dat gevoel dat je niet zonder haar of hem wilt. Dat is niet te doen. Maar zoals Jezus er over spreekt. Liefde als het gunnen van het beste. Dat kun je ook de mens waar je nu niet direct dikke vrienden mee zou willen worden. Dat kun je ook een vijand, een pestkop. ‘Het beste’ betekent dan immers dat je van zo iemand hoopt dat deze tot inzicht komt, omdat het leven dan een stuk meer ontspannen wordt. Die houding betekent dan wel, dat je bij jezelf tenminste een knop moet omdraaien.

 

Ooit hoorde ik achter het IJzeren Gordijn een oudere vrouw vertellen hoe zij de moeite overkwam die ze had met een buurvrouw die haar altijd maar weer uitschold. Nadat ze had ontdekt, dat God toch ook van deze vrouw hield, wende zij zich aan om in zichzelf sprekend de buurvrouw te zegenen. Het hielp haar. Het schelden hield niet op, maar zij kon het verdragen.

 

Met andere woorden, niet de houding van de ander is bepalend hoe ik mij gedraag. Als leerling van Jezus gaat het er om hoe ik mij gedraag. Een leerproces. Maar waartoe zijn we anders geroepen?

 

Goed genoeg zijn is een onmogelijke opgave. Leerling zijn is mogelijk. En Advent helpt ons daarbij, als tijd  van nadenken.