Lopend over de Dam, zag ik een manifestatie ten behoeve van de Palestijnen. Bij alle vlaggen en foto’s stond een collectebus voor Gaza. Zo tussen Paleis en Monument werd elke voorbijganger geconfronteerd met het drama dat zich afspeelt in dat deel van het Midden – Oosten. Met Advent, de weg naar Kerst, in het achterhoofd dacht ik terug aan gesprek met een in Tel Aviv werkende jonge Israëlische Palestijn. Hij beweerde bij hoog en bij laag dat Jezus een Palestijn was geweest en geen Jood. En hij is niet de enige. Het schijnt, dat ook sommige Palestijnse theologen deze opvatting verdedigen. Is het een tekening van de moeilijke positie waarin christenen in Palestina verkeren? Palestijnse christenen op de Westbank, in Gaza en in Israël?

 

Dat Jezus joods was lijkt me moeilijk te ontkennen. Lees alleen maar over zijn stamboom, zoals Matteüs die verkort beschrijft. Van Abraham, via (de Moabitische vreemdelinge) Ruth en Boaz naar David en zo door naar Jozef en Maria.

 

Ik weet er niet genoeg van om het met zekerheid te zeggen, maar het zou kunnen zijn dat de bron van deze opvatting bij de zonen van Abraham ligt. Immers, wanneer – zoals in de Koran staat – niet Izaäk, maar Ismaël de zoon is die Abraham moest offeren, ontstaat er een heel andere geslachtslijn.

 

Maar het zijn niet alleen dergelijke vragen die spelen rondom Kerst, de geboorte van Jezus. Sommigen zijn er van overtuigd dat Jozef de biologische vader was van het Kind. Alsof het voor de Here God onmogelijk zou zijn om door het woord het Woord te scheppen in de schoot van Maria. ‘Hij sprak en het was er.’ Het begin van het Evangelie van Johannes is wat dat betreft een loflied op deze daad van God.

 

Er zijn ook kleinere, minder storende vergissingen. Zo heeft bijvoorbeeld elke kerststal ook de wijzen uit het Oosten rond de kribbe. Maar het is veel logischer om er van uit te gaan dat deze mannen rond Jezus‘ eerste verjaardag op bezoek zijn geweest. Toch zou ik ze rustig laten staan. Zij maken immers duidelijk dat onze Bevrijder, onze gids uit het donker naar het licht, niet alleen voor de Joden kwam. Wij mogen mee op weg naar Gods Rijk. Dat Rijk van vrede, zoals Jesaja beschrijft en de engelen zingen in de velden van Efrata.

 

Vrede. Zal het er nog van komen in Ramalah en Jeruzalem? In Bethlehem en Nazareth? Wie nu naar de Geboortekerk in Nazareth loopt, kan op een groot spandoek lezen dat er maar een weg is naar het paradijs: Islam, onderwerping aan Allah.

 

De verschillen zijn groot. Jammer genoeg leiden ze vaak tot onrecht en vervreemding.

 

Maar Jezus is de Vredevorst. Als zijn volgelingen zijn we niet geroepen om te veroordelen wie anders is en anders gelooft. Zonder ons eigen geloof tekort te doen, kunnen wij wegen zoeken om verschillen te overbruggen. Kijken naar onze medemens zoals God kijkt, met ontferming bewogen. Niet vanuit de hoogte, maar als dragers van de liefde, die zichtbaar werd in de stal.