Waarom helpt het ons om te ontspannen in de kerk wanneer er iets op een leuke manier fout gaat? Of wanneer een kind een luide opmerking maakt? Iedereen lacht en de sfeer is goed.

Het is zeker niet zo, dat de mensen er krampachtig bij zitten wanneer er niet iets te lachen valt. Maar – wees eerlijk – meestal zitten we er aan het begin van de dienst bij zonder een hoop- en vreugdevol verwachten.

Het is mogelijk om te proberen die houding te doorbreken door er een leuke dienst van te maken. Zelden lukt dat, want een voorganger is nu eenmaal niet een geslaagde cabaretier.

Helemaal aan de andere kant van het spectrum staat de voorganger die de mensen nog maar eens voorhoudt hoe door en door slecht ze zijn. In onze kerken kom je die gelukkig niet snel tegen.

Maar hoe zou het dan wel moeten? Hoe vier je samen de eredienst zo, dat de goedheid van God, de afhankelijkheid van ons mensen en de vreugde om wat de Heer voor ons heeft gedaan, samenvalt tot een vierende, leerzame bijeenkomst die je raakt?

Het is niet voor niets, dat iemand ooit zei dat het een heidens werk was om christenen te bekeren. En daar komt nog bij, dat onderzoek heeft uitgewezen, dat meer dan de helft van het effect dat een preek kan hebben, wordt bepaald door wat de hoorders zelf van huis meebrengen. Wat houd je bezig? Hoe ben je de dag begonnen? Met welke verwachting ben je de kerk binnen gestapt?

Het zal u niet ontgaan zijn, dat er de laatste tijd nogal wat te doen was over de preken. Ze mogen wel wat meer tekstuitleg hebben. Ze mogen wel wat meer aansluiten bij waar de mensen mee worden geconfronteerd alledag. Een landelijke commissie in onze kerk heeft het eens zo gezegd: Blijft de preek dicht bij de tekst, komt de preek dicht bij de hoorder en is de tekst door de preker heengegaan?

En wie er dan nog aan denkt hoe gevarieerd de kerkgangers zijn in hun geloofsbeleving, durft misschien niet eens meer de kansel op.

Nu is er net een nieuwe Christelijke Dogmatiek verschenen. Twee hoogleraren van de Vrije Universiteit hebben er vier jaren aan gewerkt. In een interview met deze theologen klinken mijns inziens net zulke hoopgevende dingen door als in het onderzoek naar de preken. De schrijvers geven aan dat niet alle vragen over God en geloof te beantwoorden zijn. Maar er is wel een begaanbare weg te vinden. Per slot van rekening is de Geest er ook nog. En de tijd is voorbij, zo stelden zij, dat ons wijs gemaakt kon worden dat we alleen zouden kunnen geloven wat ons verstand kan begrijpen.

Het is een verademing, wanneer er in de dienst even heerlijk gelachen wordt. Maar het is vooral geweldig, wanneer er merkbaar ruimte is voor het werk van God in een dienst. En dat heeft alles te maken met hoe kerkgangers en voorganger God verwachten in wat er allemaal gebeurt.