Gezamenlijk Zondagsblad

Informeert en inspireert betrokken kerkmensen

Midden veertig was hij. We spraken elkaar op een woensdag, na afloop van de middagpauzedienst in de AlleDagKerk op het Begijnhof in Amsterdam. Hij deed ‘een dagje Amsterdam’. Die dienst - en daarna nog een aantal andere christelijke bezigheden. Hij vertelde, dat hij dat soms, op een vrije dag, fijn vond om te doen. Wat hij had met geloof? Het grootste deel van zijn leven niets, integendeel. Hij moest er niets van hebben en ergerde zich er aan wanneer iemand meende hem er over te moeten vertellen. En nu toch ‘vol van de Heer’? Het was in stappen gegaan zei hij. Eerst was er een gevoel van gemis. Een gevoel dat niet te definiëren was. Later kwam er het besef, dat God toch wel moest bestaan, maar daar bleef het een tijdlang bij. Totdat hij besloot eens te gaan kijken bij een Bijbelstudieavond. Daar werd hij verwelkomd door de man die hem ooit – tot zijn ergernis - een kaartje met een uitnodiging had gegeven. Nu was het dertien jaar later en was hij een God dankbaar mens. Terwijl hij me zo vertelde hoe het geloof voor hem werkelijkheid was geworden, moest ik denken aan Blaise Pascal. In de 17e eeuw beschreef deze geleerde Fransman al, dat naar zijn mening ieder mens was geschapen met een leegte in zijn leven – een leegte in de vorm van een J. Alleen op te vullen door Jezus. Het was een fijne ontmoeting. Op weg naar huis overdacht ik de (onoplosbare?) vraag hoe het toch kan, dat de ene mens die leegte opmerkt en de ander helemaal niet of niet genoeg om in beweging te komen – op zoek te gaan. Anders gezegd: als geloof door God gegeven wordt, hoe werkt Hij dan? Je kunt je dan natuurlijk storten in de puzzel van de uitverkiezing, maar de kans om daarin vast te lopen is echt heel groot. De evangeliste Corrie ten Boom gebruikte bij dit raadsel het beeld van een borduurwerk. Kijk je naar de achterkant, dan is het een grote warboel van draden en kleuren. Kijk je naar de voorkant – je gelooft en verbaast je daarover - dan  is het verrassend mooi en reden tot dankbaarheid dat je er bij mag horen.

Het hoe en waarom blijft een raadsel voor me. Maar wat ik wel geloof/weet/vertrouw, is dat God veel ruimhartiger is dan wij nogal eens denken (of dachten). Houd ik daarmee mijzelf voor de gek? Misschien. Maar ik meen er best redelijke argumenten voor te hebben. Allereerst de belofte van Jezus, dat wie zoekt zal vinden. En het verlangen van God om ‘de hele kudde’ binnen te krijgen. En ik weet dat er ook andere teksten zijn aan te halen. Maar wat mij het meeste aanspreekt is dat de Heer ons uitnodigt om voor de mensen, onze kinderen en onze klein(-) te bidden in het vertrouwen dat Hij ons hoort. Echt, ik weet ook niet hoe het werkt, maar wanneer ik zo’n verhaal hoor als hierboven verteld, denk ik dat wij uitnodigend mogen leven, delen wat we ontvingen en de rest aan God toevertrouwen. Hij weet wat Hij doet, in liefde.