Gezamenlijk Zondagsblad

Informeert en inspireert betrokken kerkmensen

24-01A even bomen

Jesaja, de profeet, heeft het al eens over ‘knikkende knieën’ (35: 4). Hij roept op om ze te sterken. Met andere woorden: ‘Laat je niet kisten, laat je niet in de war brengen; hou moed.’ De gelovigen voor wie die woorden destijds waren bestemd, krijgen te horen, dat God zijn werk en volk niet loslaat. Hijzelf zal uiteindelijk orde op zaken stellen, hoe beroerd het er nu ook voorstaat. De  schrijver van de brief aan de Hebreeën haalt deze woorden ook nog eens aan in hoofdstuk 12, vers 12. Daar gaat het over het heffen van slappe handen en strekken van knikkende knieën. Uitdrukkingen die veel mensen niet meer zo gemakkelijk gebruiken denk ik. Maar, naar ik vermoed, is daar wel reden toe. Er is immers heel wat aan de hand op het kerkelijk erf in ons land. Forse verschuivingen in de aantallen bezoekers, brede kloven als het gaat om de beleving van het geloof. Wat het eerste betreft, de verschuiving, is er bijvoorbeeld aan de ene kant het zuchten over ‘lege banken’ en de noodzakelijke sluiting van kerkgebouwen en aan de andere kant het fenomeen van de opkomst en groei van de alternatieve, of ‘vrije’ gemeenten. En ten aanzien van de geloofsbeleving is de variatie misschien nog wel groter. De ‘oude vorm’ spreekt veel jongeren niet aan, zij zoeken nogal eens meer actie in de dienst en voor hen bekendere muziekstijlen. Maar ook ouderen voelen zich niet altijd meer thuis in hun samenkomsten. Als hun dienst wat meer ‘liturgisch’ wordt en de liederen minder vertrouwd, wordt het voor hen soms lastig om trouw te blijven. Pas hoorde ik zelfs iemand opmerken dat zij bang was dat in haar woonplaats veel kerken zouden sluiten en dat wat er overbleef ‘evangelisch’ zou worden. Waar je al niet bang voor kunt zijn. Hoe dan ook: eenheid in het geloof is nogal eens ver te zoeken – als er al gezocht wordt. En wat kunnen wij dan nu met zo’n Bijbelse (goddelijke) uitdaging, die ik zou willen vertalen als: ‘Hoofd omhoog, rug recht, benen stevig op de grond en dan voorwaarts christenstrijders. Laat je niet bang maken door wat je ziet. Vertrouw op de beloften van God’. In de kerk - en trouwens ook in de politiek - lijkt het misschien alsof wij van de kaart zijn geveegd, maar vergis je niet. Wat ons te doen staat, vroeger, nu en altijd, is het aangaan van de uitdaging. Zowel in het groot als het klein. De kerk mag zich laten zien en horen, plaatselijk en landelijk. Niet als betweter of betuttelaar, maar als hoopgever en betrokkene. Als omkijker naar wie liefde, hoop, aandacht en zorg, nodig heeft. En dus niet, als het moeilijk wordt, alleen nog energie steken in overleven – hoe verleidelijk dat ook is. En wijzelf? Vredestichters zijn is onze roeping, lichtdragers, getuigen van Gods liefde, van hoop. Mensen, wat is er mooier – okay, met alle sores – dan in 2024 te mogen en kunnen leven in het besef dat wij kinderen zijn van God, leerlingen van Jezus.