China, het land dat Tibet bezet houdt en Taiwan wil hebben. Het land, dat wereldwijd verdacht wordt van (bedrijfs)spionage. Het land, dat de Oeigoeren massaal ‘heropvoedt’ in wat genoemd kan worden als concentratiekampen. Maar ook het land dat zeer aantrekkelijk is zowel voor toeristen als voor handel. Een paar dagen nadat ik dit schrijf, is het het land waar een marathon wordt gelopen bij en over de Chinese Muur. Op zich is dat niet zo bijzonder. Marathons, de loop van 42.195 meter, worden overal in de wereld georganiseerd. Maar wat deze bijzonder maakt mijns inziens, is de deelname van twee uitzonderlijke Nederlandse atleten. De ene heeft één been en loopt met krukken, de andere mist een onderbeen en loopt met een ‘blade’, een soort veer. Twee mannen die, ondanks deze beperking, de muur overgaan voor de halve marathon. Daarvoor hebben ze een jaar getraind. Doorzetters zijn het. Mensen, die zich niet laten bepalen door hun beperking, maar de grens van hun mogelijkheden opzoeken en tot heel veel inzet in staat zijn om hun doel te bereiken.

 

Prachtig is dat, wanneer mensen merkbaar warmlopen voor een doel dat zij zich hebben gesteld. Al kan ik dat in het ene geval meer waarderen dan in het andere. Zo moest ik vandaag langs het Museumplein in Amsterdam. Ajax is kampioen en afgeladen trams, brullende en brallende groepen jongeren, dichte drommen jong en oud – alles en allen uren van te voren op weg naar het plein vanwege de huldiging.

 

De verschillen tussen de motieven van de marathonlopers en de Ajax – supporters lijken mij groot. Maar op de een of andere manier bracht het allemaal iets in mij te weeg. Allereerst ‘de drommen bezoekers’. Nostalgische gedachten aan kerken met overvolle – vaak dubbele – diensten, toogdagen. Volle stadions met bijeenkomsten van sprekers als Billy Graham, Maasbach, Osborn. Mayday’s van Youth for Christ met tienduizend bezoekers. In deze tijd een beetje te vergelijken met wat de EO organiseert aan ‘dagen’ – en de Pinksterconferenties op verschillende plaatsen in het land. Maar in het algemeen lijkt de christelijke wereld hier, in het Westen, terug te keren tot de kleine (maar krachtiger) kerngroepen. Dat kan vooruitgang betekenen, omdat er veel remmende, onnodige zaken, wegvallen en een nieuw begin nieuw elan kan betekenen.

 

En de marathonmannen? Zij roepen bij mij het beeld op dat Paulus schetst wanneer hij het heeft over ‘de wedloop lopen’. Het vraagt training, discipline, volharding; het niet (onnodig) accepteren van wel of niet reële beperkingen. Herkent u daarin, in die begrippen, uw eigen situatie als volgeling van Jezus? Als gelovige raak je zo gemakkelijk in de gewenning, de versukkeling, en verlies je wellicht de motivatie vrolijk en vasthoudend, misschien zelfs vurig, voorwaarts te gaan – in de voetstappen van Jezus.

 

Wie verslapt, de training verwaarloost, hoeft niet te denken de hele of de halve marathon tot een goed eind te brengen. Zeker niet met een beperking. Zou het met de geestelijke -, de geloofsrun anders zijn?