‘Gedenken’ staat nooit op zich. Het vraagt om een vervolg. Je zou kunnen zeggen, dat het deel uitmaakt van ons leerproces. ‘Levenslang leren’ is een ingeburgerde term geworden waar het gaat om het bijblijven op je vakgebied. Maar het blijven leren is zeker zo nodig als het gaat om het geloof en om onze persoonlijke houding als mens in de samenleving.

 

Al heel lang geleden kocht ik in Jeruzalem, in de winkel van het Holocaustmuseum Yad Vashem, een speldje met in het Hebreeuws het woord ‘gedenk’. Dat begrip geeft de bestaansreden van dit museum aan. Het gaat daar niet om het openhouden van oude wonden. En zeker niet om het kweken van haatgevoelens. Wat men wil bereiken is, dat mensen beseffen dat zoiets als de uitroeiing, de vernietiging van mensen op basis van afkomst, geslacht of wat dan ook, nooit weer mag gebeuren.

 

Gedenken vraagt om een drievoudige beweging. Terugkijken naar wat er, waarom, is gebeurd. Dan zoeken naar de les die daaruit valt te leren en als derde het vooruitkijken met de vraag hoe we met die les de toekomst in gaan.

 

Misschien staan we er niet zo bij stil, maar wij gedenken nogal wat. Niet alleen straks op 4 mei, maar wat dacht u van de christelijke feestdagen? Feesten als Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Ervaren we die alleen als dankbare gebeurtenissen die voor ons zoveel goeds brachten? Of spelen de ‘gedenkvragen’ ook een rol? Wat is er gebeurd, waarom gebeurde het en hoe gaan we met het geleerde de toekomst in? Als leerlingen van Jezus zou Hij toch mogen verwachten van ons dat we met dergelijk vragen bezig zijn?

 

Een voorbeeld. Pasen betekent voor ons allereerst bevrijding. Zoals Israël kon vertrekken uit het slavenhuis, zo is nu voor ons de mogelijkheid geopend om niet langer vast te zitten in oude patronen. Om niet langer van God vervreemd te zijn. ‘Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven …’, schrijft Paulus in Galaten 5: 1. Dat stelt ons de vraag waarvan wij dan zijn bevrijd en wat het betekende dat Jezus zijn offer bracht. Wanneer we dan zicht krijgen op de betekenis van Jezus’ dood en opstanding, van zijn overwinning, volgt de vraag hoe dat ons verandert. Te vaak zeggen mensen dat iemand niet echt kan veranderen. ‘Je karakter heb je nu eenmaal.’ Voor een deel zal dat wel zo zijn, maar wat betekent het dan dat we in de Bijbel zo regelmatig lezen dat we – na opnieuw te zijn geboren – als nieuwe mensen kunnen/moeten leren leven? ‘Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen, schrijft Paulus (Efeziërs 4: 20 in de vertaling van 1953). Paulus zal toch wel weten wat de bedoeling is? Het lijkt mij een aardige vraag voor ons, op weg naar Pinksteren. De vraag wat de les is ten aanzien van wat er met Pinksteren begon, is een belangrijke. Prof. Berkhof schreef ooit over de heilige Geest als ‘de verwaarloosde’. Dát kunnen we ons beslist niet langer permitteren.