Eind januari, tijdens de Week van Gebed, kregen we, als deelnemers tijdens een van de avonden, een aantal teksten te lezen. Ons werd gevraagd even de tijd te nemen om een of meer daarvan te overdenken. Lucas 10 was er ook bij. Het verhaal van de man die in elkaar werd geslagen en beroofd, terwijl hij op weg was van Jeruzalem naar Jericho. Een overbekend verhaal, dat mij toch heel verrassend raakte. Ik vroeg me namelijk af wie ik zou willen spelen wanneer dit verhaal als bibliodrama vorm zou krijgen. Vier mogelijkheden zijn er. De herbergier, de ezel, de helpende Samaritaan en het slachtoffer. Wie (of wat) zou u kiezen? De ezel leek me niets. De herbergier zou me wel aanstaan, maar de Samaritaan had toch wel mijn voorkeur. Daarover nadenkend, realiseerde ik mij hoe gemakkelijk ik me er van af maakte. Zeker nu, aan het begin van de weg naar Pasen, is het goed om te denken aan de positie van de man die daar langs de weg lag. Gewond en niet in staat om zichzelf te redden. Zonder helper, zonder dat iemand hem verzorgde en meenam, zou hij zeer waarschijnlijk sterven langs de kant van de weg. Dat er wel iemand is die stopt, afstapt en helpt, is de boodschap van de Lijdenstijd, de 40-dagen. Om jezelf in de positie te zien van die man, is niet zo eenvoudig. Immers, wie zichzelf kan redden, dat althans denkt, heeft geen helper nodig. Maar wanneer dat kan, dat een mens – hoe gaaf ook – zichzelf kan redden ten opzichte van God, waarom moest Jezus dan de weg gaan naar Jeruzalem, naar zijn marteldood? Het lijkt misschien ver gezocht, maar in het licht van de weg van Jezus verkeren wij in de positie van hem die daar langs de weg ligt. We kunnen nog zo glorieus leven, nog zo tevreden, maar wanneer het er om gaat kind van God te zijn of te worden, zullen we een Helper nodig hebben. Iemand, die ons opraapt, verzorgt en verder helpt. Iemand, die ons bevrijdt uit onze positie. Maar erken maar eens dat je de rol van beroofde wel wilt spelen. Beter gezegd, dat je beseft dat je die persoon ten diepste bent. Hoe gemeend is het, hoe eerlijk ben je, wanneer je de beroemde woorden zou naspreken: ‘Heer, wees mij zondaar genadig’. Dat klinkt wellicht als volledig ‘niet van deze tijd’. Maar het gaat dan ook om een werkelijkheid die al eeuwen oud is en voorlopig nog actueel blijft.

 

In hoeverre zijn we gehavende mensen? Jezus is er nogal duidelijk over. Maar Hij maakt ook duidelijk dat het nooit zo kan zijn dat het Hem teveel is. Hij bevrijdt! Maakt heel.

 

De periode die nu begint, de weg naar Goede Vrijdag en Pasen, lijkt mij heel geschikt om (ook) na te denken over de vraag of ik echt vind dat ik geholpen moet worden – en wat de weg van Jezus voor mij betekent.