Hoe het allemaal begonnen is? Om eerlijk te zijn, maakt het mij niet zo bijster veel uit. Was het een ‘big bang’? Werd deze dan inderdaad spontaan veroorzaakt? Was het in zes dagen? Waarom zou je in dit geval de tijd zo letterlijk nemen? God staat boven ruimte en tijd en in de eeuwigheid lopen geen klokken. Tijd is een hulpmiddel voor ons, in de strijd tegen de chaos.

 

Wat mij wel boeit is het resultaat. De verschillende kanten van de schepping. Aan de ene kant de rauwheid. Dieren die elkaar verslinden, soms op een afschuwelijke manier. Stormen en windhozen, springvloeden, die ons angstaanjagend overvallen.

 

En aan de andere kant de overweldigende schoonheid. De kleuren alleen al. De variatie. Ooit snorkelde ik in de buurt van Eilat en de variatie aan vissen, zoveel vormen en kleuren, was haast adembenemend. En hier, op de Sallandse Heuvelrug, de heide, de bomen, schitterend om te zien en verrukkelijk om te ruiken. In deze dagen de spinraggen in de bomen en struiken. Soms met een dauw- of regendruppel, blinkend als diamant.

 

Paddestoelen en langzaam kleurende bladeren. Kies maar uit. Wie er oog voor heeft, raakt niet uitgekeken.

 

Er is al lange tijd veel te doen over de vraag of alles wat is voortkomt uit evolutie of schepping. Meer en meer lijkt ook onder christenen de overtuiging te groeien dat het gaat om een combinatie van deze twee mogelijkheden. Aan beide kanten van dit ‘strijdperk’ zijn mensen die sterk overtuigd zijn. Als de schepping niet in zes dagen was, wat is er dan wel waar van de Bijbel? En bij ‘de anderen’ die serie figuren van aap tot recht oplopende mens. In beide gevallen kan de vraag gesteld worden: ‘Hoe weet je dat?’  En vaak zal blijken dat, wat als feit wordt gepresenteerd, een veronderstelling is. En het is waar, de wetenschap heeft veronderstellingen nodig om verder te komen met het onderzoek. Maar waartoe worden ons de verhalen van de Bijbel aangereikt? Is het anders dan wat Johannes schrijft  in zijn Evangelie over wat Jezus deed? Het slot van hoofdstuk 20: ‘… maar deze zijn opgeschreven, opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam’.

 

Hoe het allemaal begonnen is weten we (nog) niet. In ieder geval worden we uitgenodigd om ons te verwonderen en om te geloven. Te geloven, dat het waar is dat ‘door het Woord alles is ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat’ (begin van Johannes). Hij staat aan het begin en – God zij dank – ook aan het eind.

 

Daarom maakt het mij niet zoveel uit hoe het allemaal begon. Maar ik geloof, dat God aan het begin staat én dat Hij er bij betrokken blijft. Ook al begrijp ik vaak niet hoe het kan dat er zoveel onbegrijpelijks gebeurt. Dat kan leiden tot: ‘Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof/onbegrip te hulp’. Wat overblijft is verwondering, hoop en dankbaarheid. God is de Schepper!