We zijn een verbazingwekkend volk. Aan de ene kant horen we volgens onderzoek bij de meest gelukkige bewoners van deze planeet en aan de andere kant mopperen we en kreupelen we maar voort. We kiezen een volksvertegenwoordiging die de grootste moeite heeft om een regering te vormen. We noemen ons tolerant, maar schuiven weg van wie anders denkt, gelooft en kleurt. De kinderombudsvrouw heeft het weer aangekaart – na internationale kritiek – dat wij kinderen die al langer dan vijf jaar in ons land wonen terugsturen naar een land waarvan zij de taal niet eens spreken. Er wordt gedacht aan het tegenhouden van vluchtelingen door het sluiten van een overeenkomst met Libië, een land zonder normaal functionerende overheid. Is het vreemd, dat ik soms denk aan de mensen die in 1939 en 1940 een schuilplaats zochten in ons land, maar werden tegengehouden en teruggestuurd – de dood tegemoet. Of aan dat schip met joodse mensen, dat overal in Europa en Noord-Amerika werd geweigerd? Weer aangekomen in de haven van Hamburg, konden de passagiers rechtstreeks naar het concentratiekamp.

 

Wat willen we? Wie zijn wij? Wat leren we van de geschiedenis?

 

Kennen we de geschiedenis? Als dat niet zo is, zullen we alle fouten uit het verleden blijven herhalen. Antisemitisme bijvoorbeeld, neemt weer toe – ook in ons land. De joodse zondebok wordt weer bespuugd, ook al is deze misschien fel tegen de politieke koers van Israël.

 

En de kerk? Al jaren lees ik dat de kerk leegloopt. Hier en daar is het waar, maar wie heeft er oog voor de groei? Migrantenkerken bloeien, mensen – waaronder moslims – komen tot geloof in Jezus. Jonge gemeenten duiken overal op, gekenmerkt door groot enthousiasme. Pioniersplekken ontstaan, waar mensen, die dat misschien nooit van zichzelf hadden gedacht, binnenkomen. Maar politiek gezien lijkt men soms in een stuip te liggen. Geloven mag, maar ‘achter de voordeur’. Wat een voetbalvereniging wel mag, willen sommige partijen de kerk ontzeggen, namelijk tegen betaling gebruik maken van de adresgegevens van de gemeente. Tienduizenden bezwaren hebben kerkleden ingebracht tegen dit voornemen. Was u er bij?

 

Wat willen we nu eigenlijk met onze samenleving?

 

Natuurlijk moeten politieke partijen zich profileren. Maar kom je niet pas dan sterk over wanneer je de mensen van een andere kleur, een andere geloofsbeleving, een andere mening dan de jouwe zoveel mogelijk ruimte gunt?

 

Het is toch wel een heel sterke uitspraak van Jezus, dat je met je medemens moet omgaan zoals je graag wilt dat die met jou omgaat. Wanneer wij – verbazingwekkend volk – dat leren, wat zou dat de wereld opfrissen. En wat zouden we aan onze roeping beantwoorden. U weet wel: een zoutend zout, een licht, een teken van hoop. Zeker ook dat laatste, in een wereld die op alle mogelijke fronten het spoor bijster lijkt te zijn.

 

Gemakkelijk is het natuurlijk niet om ruimte te maken, om in te leveren en zodoende anderen een kans te geven. Evenmin is het gemakkelijk om te merken dat de wereld waar je aan gewend bent, sterk verandert. Maar als pelgrims, op weg naar het Koninkrijk, kunnen we toch wel iets hebben?