Eén van mijn zoons schreef pas een blog over de vakanties van zijn jeugd. Leuk was het om te lezen wat er zoal is blijven hangen. In zijn geval was dat vooral het ontspannen bezig zijn. We hadden een richting, maar geen bestemming en zouden wel zien waar we terecht kwamen. Soms sliepen we langs de kant van een landweggetje, omdat de ‘perfecte camping’ nog niet was gevonden.

 

Is het vreemd, om er van te dromen dat het nieuwe kerkelijk jaar zo ontspannen begint en beleefd wordt? We starten straks, we weten waar we op hopen en waar we aan werken. We bidden en houden de lofzang gaande. Maar we worden niet krampachtig en laten ons niet van de wijs brengen. We gaan niet mopperen op wie niet in beweging zijn te krijgen, maar vieren het geloof en het leven. Het is per slot Gods kerk waar we in bezig zijn en niet ons ‘bedrijf’.

 

Wanneer ik het stuk ‘Kerk 2025: Waar een Woord is, is een weg’ lees, dan proef ik daarin iets van dat verlangen naar ontspannen en haast speels bezig zijn. ‘Terug naar de basis’ is het uitgangspunt van de notitie. Waar gaat het om? Het gaat om de kern van het Evangelie, om Jezus. Welke ballast kunnen we kwijt? Hoe helpen we elkaar (en anderen) om discipel/leerling/volgeling van Jezus te zijn? Is onze manier van kerk-zijn daar voldoende op gericht? Wat kan anders en beter?

 

En dan daar niet moeilijk over doen.