Stel je voor. Je komt uit school en op de vraag hoe het was is je antwoord: ‘Prima, niets nieuws gehoord’. En dat elke dag opnieuw. Niets nieuws gehoord, dus alles is in orde.

 

Het zou kunnen zijn, dat je zo slim bent dat je alles al weet wat je verteld kan worden. Die kans lijkt me klein. Kenmerk van weten, van leren is, dat je gaandeweg ontdekt dat je nog zoveel niet weet. Misschien hoor je alleen wat je al weet. Al het andere gaat je voorbij; oor in oor uit, zonder een spoor na te laten.

 

Stel je voor. Je komt uit de kerk en op de vraag hoe het was is je antwoord: ‘Prima, niets nieuws gehoord’. En dat elke zondag weer. Er zijn mensen bij wie dat het gevoel geeft dat alles in orde is.

 

Stel dat het zo gaat. Of dat je echt niet meer weet waar het over ging, of dat je alleen nog een vaag idee hebt. Dan ligt dat natuurlijk aan de voorganger. Toch? Niet boeiend, niet verfrissend en in het eerstgenoemde geval: niet vernieuwend. Dat kan allemaal waar zijn. Een dienst waar de voorganger zelf niet iets ervaart - of ervaren heeft bij de voorbereiding - van verrassing, een zogenaamde Aha – beleving, kan al snel saai zijn. Maar voor de beleving van een eredienst zijn er altijd meer partijen nodig. Een voorganger, een bezoeker en vooral de Geest van God. In hoeverre sta ik open voor deze laatste? In hoeverre heeft de heilige Geest de ruimte om tot mij door te dringen, zodat God mij kan aanreiken wat ik nodig heb?

 

Soms gebeurt er iets verrassends na afloop van een dienst. Dan laat iemand je weten te zijn aangesproken en wanneer je dan doorvraagt naar het hoe en wat, krijg je iets te horen waarvan je totaal niet weet dat je het er over hebt gehad. Bij die persoon was er kennelijk ruimte. Een verlangen of wat dan ook. In ieder geval was een soort ontmoeting met de Heer mogelijk.

 

Wij zijn leerlingen. Nooit uitgeleerd. Vroeger sprak men dan over het pelgrim – zijn. Mensen onderweg, mensen van ‘de weg’. Wat er ook mee werd bedoeld, er zat in ieder geval beweging in. Een leerling waar geen beweging in zit, wordt een moeilijk geval. Altijd maar weer op hetzelfde niveau blijven hangen is frustrerend voor de Leraar lijkt me. En dan bedoel ik inderdaad Leraar, een hoofdletter. Jezus beloofde immers, dat de heilige Geest zijn leerlingen alles te binnen zou brengen wat ze nodig hadden om zijn volgelingen en getuigen te zijn. Zou dat dan in één klap gebeuren? Zou dat discipelschap zijn? Ik denk het niet. Hoe langer je onderweg bent, hoe meer je merkt dat er nog zoveel te ontdekken en te doen is. Maar soms vrees ik dat het consument zijn ons te pakken heeft. God, kerk, geloof, het moet er zijn wanneer wij het nodig hebben. Maar hoe eerlijk is dat? Leerling zijn vraagt toch wel iets meer?