Het was een bijzondere zondagmorgen. De zon liet zich zien tussen de regenbuien door. Midden in het dorp waar we waren stond een podium met nogal wat stoelen er voor. Alles overdekt. Ook wel nodig vanwege het hemelwater. Ondanks het weer toch behoorlijk wat mensen. Een oecumenische klompendienst werd het genoemd. Dit, omdat het dorp een aantal dagen ‘Klompenfeest’ vierde.

 

Het verschijnsel kende ik al vanuit Friesland. De tent van het dorpsfeest ’s zondags gebruiken voor een feestelijke en laagdrempelige dienst. Nijverdal doet het ook trouwens en zo zullen er nog veel plaatsen zijn.

 

Geweldig vind ik het. Dat niet iedereen dat met mij eens is weet ik ook. Soms zitten mensen vast aan de mening dat een eredienst eigenlijk niet gepast is in een dergelijke omgeving. Of men vindt het gewoon ongemakkelijk.

 

Mij doet het denken aan hoe we begonnen zijn. Laagdrempelig, heel toegankelijk. Met alle ruimte om later binnen te lopen of eerder te vertrekken. Zo sprak Jezus in het open veld. Zo werden er hagepreken gehouden toen de Reformatie begon. Zo ging het in de kerkgebouwen vlak daarna, toen mensen nog niet in banken zaten, maar rond de kansel stonden. Kijk maar eens op de schilderijen uit die tijd. Behalve de luisteraars naar de preek waren er passanten, die dwars door de kerk liepen. Aan de ene kant er in en aan de andere er uit. Een kortere route. Hier en daar is soms zelfs een hond zichtbaar.

 

Tijdens de klompendienst kwam op de een of andere manier nog een kerksluiting aan de orde. Dat speelt in dat dorp ook. Zoals op zoveel plaatsen.

 

Het sluiten van een gebouw levert veel moeilijkheden op, veel verdriet. Mensen hebben een band met een gebouw. Er is gedoopt, getrouwd. Er werden rouwdiensten en belijdenisdiensten gehouden. Het gevoel, dat die herinneringen worden weggevaagd wanneer de kerk wordt gesloten, is heftig.

 

Maar waartoe zijn wij kerk? Hebben we onszelf niet te veel opgesloten? Zowel binnen de muren als in de gewoonten? Worden we binnen het kader van onze diensten nog verrast en uitgedaagd, getroost en bemoedigd? Of zitten we er om bevestigd te worden?

 

Binnen de Rooms-katholieke kerk gebeurt het nogal eens dat het enige kerkgebouw van een dorp dichtgaat.  Blijft men dan thuis? Gaat men naar het volgende dorp of naar de stad? Of zou het mogelijk zijn om een heel nieuwe start te maken in het eigen dorp? Sommigen doen dat. En wat een kansen!

 

Voor protestanten ligt het meestal anders. Wanneer een kerkgebouw sluit is dat gewoonlijk omdat een ander gebouw gekozen wordt. Maar gaan we daar dan door zoals we het altijd al gewend waren? Of wordt er gezocht naar nieuwe mogelijkheden?

 

Laagdrempelig, toegankelijk. Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar ‘een kerk die niet werft, sterft’. Dat gaat over DE kerk. Die is van de Heer en blijft bestaan. Maar als ‘plaatselijke afdeling’? Wat hebben we te bieden aan onze omgeving? Wat heeft ons dorp, onze stad nodig als het gaat om het bevrijdende goede nieuws?