Het feest van carnaval is weer voorbij. De vasten-/lijdens-/veertigdagentijd begon. Veel Rooms-katholieke feestgangers hebben (waarschijnlijk) dinsdagnacht, vóór het begin van Aswoensdag, het askruisje gehaald in de kerk. De weg naar Goede Vrijdag en Pasen is begonnen.

Wij, protestanten, kunnen niet carnaval vieren zeggen vele Rooms-katholieke medegelovigen. Tenzij misschien zij die wonen in de zuidelijke provincies.

De oorsprong van het gebeuren is begrijpelijk. Nog even een paar dagen feest en dan begint de sobere toeleving, het op weg gaan met de Heer naar Jeruzalem. Kinderen kregen nogal eens een snoeptrommeltje. Daarin werd alle lekkers bewaard dat men in de veertig dagen kreeg. Pas met Pasen mocht er weer genoten worden.

Hoeveel feestgangers nu nog beseffen wat de betekenis is van deze dolle dagen, weet ik niet. De verhalen die rondgaan, doen vermoeden dat voor een aantal mensen het uit de band kunnen springen het ultieme doel is. Misschien, dat het halen van een askruisje op dinsdagavond een aanwijzing is. Wie dat haalt, moet zich immers wel bewust zijn van het feit dat carnaval de aanloop is naar een tijd van bezinning.

Boven de rivieren wordt er wel gevierd. Maar hoe? Kent men de betekenis? Natuurlijk zijn er sterk Rooms-katholieke dorpen en steden. Maar daarbuiten? Het meest sprekende voorbeeld van onkunde zag ik eens in de aankondiging bij een café in het Noorden. Daar werd een carnavalsavond georganiseerd halverwege de Lijdenstijd.

Het is bijzonder om te zien, dat in protestantse kring meer en meer aandacht wordt besteed aan de invulling van de weken voor Pasen. Lange tijd was er geen belangstelling voor ‘dat roomse gedoe’. Dat is veranderd. Op allerlei manieren zijn ook protestanten bezig met een vorm van vasten in deze tijd. Kerken houden niet alleen in de Stille Week dagelijks diensten, maar soms ook al wekelijks vanaf de eerste Lijdenszondag.

Wie beseft, dat in een groot deel van de wereldkerk het paasfeest het belangrijkste feest is, kan zich daarbij wel iets voorstellen. Wij zijn gewend om de concentratie te leggen bij het kerstfeest. Dat moeten we ook zo houden vind ik. Maar meer aandacht voor de gang van Jezus naar Jeruzalem, voor zijn lijden, dood en opstanding, zou goed zijn. Per slot van rekening begint alles wel bij Kerst, maar vormen de gebeurtenissen rond Pasen in zekere zin de kroon op zijn werk.

Hoe bezinnend leven wij, op weg naar dit grote, ingrijpende en veelbetekenende gebeuren?

Wij ontdekken meer en meer, dat we rituelen nodig hebben om ons leven en geloven vorm en inhoud te geven. De Rooms-katholieke traditie en het Jodendom reiken heel wat mogelijkheden aan wat dat betreft. Rituelen kunnen uitgehold raken en verstarren, maar ze kunnen zeker ook helpen om te verstaan waar we mee bezig zijn.

Wat zouden wij kunnen doen, om vormen te vinden waardoor we bewuster op weg gaan naar Pasen? Op zaterdagavond bijvoorbeeld, na de maaltijd, een kaars aansteken en stap voor stap met de woorden van het Johannesevangelie de weg van Jezus volgen? Er moet heel wat mogelijk zijn.