‘Ik geloof niet in wonderen’, zei ze. Maar toen haar werd gevraagd of zij nooit een wonder had meegemaakt bleef het even stil. ‘Eigenlijk wel’, was daarna de reactie. Er volgde een verhaal over een familielid. Iedereen verwachtte dat hij zou sterven, maar hij kwam door de moeilijke fase heen en overleefde.

Het lijkt soms of bepaalde dingen niet mogen bestaan of niet horen te worden geloofd. Je kunt het vooroordelen noemen, maar om eerlijk te zijn denk ik dat het meestal gaat om gebrek aan informatie.

Zo wordt er nogal eens gezegd dat men niet gelooft dat God bestaat, maar dan volgt direct daarna iets in de trant van: er bestaat wel ‘een hogere macht’ of een ‘allesomvattende energie’. Niet zozeer benamingen die een christen voor God zou gebruiken, maar het komt wel in de richting.

Maar wonderen. Mensen die geloven dat alleen waar en werkelijk is wat kan worden gemeten, gewogen en gezien, lijken te denken dat wonderen niet mogen bestaan. Onverklaarbare verschijnselen zouden in strijd zijn met de wetten van de natuur. Het is natuurlijk de vraag of dit zo is. C.S. Lewis bijvoorbeeld, noemt in dit geval voorbeelden als de broodvermenigvuldiging door Jezus. En het veranderen van water in wijn. Hij beschrijft dat zowel het een als het ander een natuurlijk proces is, alleen door het ingrijpen van Jezus wordt het proces bekort. Een graankorrel verdwijnt in de aarde en produceert vijftig of honderd nieuwe korrels. En deze korrels worden weer verwerkt tot brood. Vermenigvuldiging dus; alleen het handelen van de mens wordt (even) overgeslagen. Met wijn gaat het al net zo. Dat begint met water, dat resulteert in een vrucht. De mens gaat er mee aan het werk en ziedaar.

Het is niet moeilijk om een dergelijke redenering onzin te vinden. Het gaat er maar net om hoe je wilt kijken naar de dingen. Hoe je kiest. Mag er meer bestaan tussen hemel en aarde dan wij kunnen zien en begrijpen? Of houden we het op de ‘platte werkelijkheid’? Op wat waarneembaar en verklaarbaar is? Kunnen we toe met een bestaan zonder mysterie? Persoonlijk laat ik me graag verrassen. Neem gebedsverhoring. In de loop van de jaren heb ik er zo nu en dan iets van meegemaakt. Maar zelden kwam het voor dat ik, als ik dat beslist zou willen, niet ook een ‘logische’ verklaring had kunnen kiezen. Een van de uitzonderingen was bijvoorbeeld toen mijn vrouw en ik op reis waren voor Open Doors, op weg naar achter het IJzeren Gordijn, met Russische bijbels. Overnachtend in Duitsland, ontdekten we dat we beslist iets bepaalds nodig hadden om verder te kunnen. Niemand anders wist er van. De volgende ochtend, bij het ontbijt, kwam een onbekende naar ons toe met de boodschap ‘de Heer heeft mij gezegd dat ik jullie dit moet geven’. Wij waren uit de brand.

 

Ik geloof in wonderen, omdat ik geloof in een levende Heer. Hij hoeft ze niet te doen, maar als het nodig is kan hij het.