Waar ligt de grens tussen toewijding en fanatisme? Toegewijde christenen kunnen een verademing zijn. Mensen, die trouw zijn, weten wat zij geloven en waarom. Mensen, die vanuit hun geloof een levensstijl hebben die aansprekend en aanstekelijk werkt. Naar mijn ervaring kan dat, wanneer die manier van leven gedragen wordt en geïnspireerd is door liefde.

Datzelfde kun je tegenkomen in andere godsdiensten en levensbeschouwingen.

Maar fanatisme is in letterlijke zin beklemmend. Dan heb je het gevoel dat je alleen acceptabel bent wanneer je voldoet aan de normen van de ander.

Op straat kun je dat meemaken. Iemand werd aangesproken met de vraag: ‘Gelooft u in Jezus?’ Het antwoord was bevestigend, maar voor de vraagsteller niet bevredigend. Deze begon met vuur zijn eigen idee over het geloof te verkondigen. Kennelijk kon een mens alleen een goed gelovige zijn wanneer deze bij zijn club hoorde. Dan weet je niet hoe snel je weg moet komen.

Een ander voorbeeld zag ik kortgeleden in een gesprekje op Tv. Het was na afloop van een debat in de Balie over de Islam. Het begin van die bijeenkomst was al lastig, want een groep salafisten knielde neer om te bidden voor de ingang van de zaal waar de bijeenkomst zou plaatsvinden en blokkeerde op die manier de entree. Het was nu eenmaal tijd voor het avondgebed werd er gezegd. En het benauwende was dat de spreker (baard en te korte broekspijpen) liet weten dat we in Nederland maar moesten wennen aan dergelijk gedrag. Steeds meer mensen zouden in ons land de Islam omarmen en dus zou het te zijner tijd normaal worden dat zoiets gebeurde.

Die houding, dat fanatisme, die bevroren overtuiging van eigen gelijk, is benauwend.

Het is natuurlijk maar een kleine groep die zich zo gedraagt, maar het zijn deze mensen die de angst in Nederland voor de Islam aanwakkeren. Dat is tragisch voor de grote meerderheid van moslims. Immers, door dergelijk gedoe ontstaat het gevaar dat steeds meer mensen in ons land racistisch en discriminerend worden. En daar gaan diegenen, die met dat gedrag niets te maken willen hebben, onder lijden.

Christelijk fanatisme heeft datzelfde effect op mensen die niet geloven. Het schrikt af en er ontstaan allerlei wonderlijke ideeën over het geloof. Van de vrijheid, die wij door Jezus Christus gekregen hebben, is dan weinig te zien. Van het vertrouwen dat ‘niet door kracht, niet door geweld, maar door de Geest van God’ een mens geraakt kan worden, is weinig over wanneer wij denken dat wij het zijn die anderen moeten overtuigen.

Luther zei het over de Bijbel. Die hoeven wij niet te verdedigen zei hij, die hoeven we alleen maar los te laten als een leeuw die zichzelf wel verdedigt.

Het delen van geloof zonder liefde en respect, of het nu gaat om ‘buitenstaanders’ of om je eigen kinderen, is een vruchteloze zaak. De vreugde van het geloof en de persoonlijke toewijding die daaruit voortkomt, is mijns inziens de beste manier om te laten zien hoe geweldig en hoe bereikbaar de liefde van God is.