Het is vaag, het is onlogisch, het is ongrijpbaar en onverklaarbaar. Maar het is razend sterk. Het verandert je als mens. Het verandert je kijk op de wereld. Het geeft je grond onder de voeten, ook wanneer je het leven helemaal niet meer ziet zitten. Het geeft je ook een stevige bodem om op te (blijven) staan (en niet te gaan zweven) wanneer alles mee zit.

Geloof.

Het geloof, dat volgens de brief aan de Hebreeën (11: 1): ‘ .. de grondslag legt voor alles waarop we hopen ..’ en dat ‘ons overtuigt van de waarheid van wat we niet zien’.

Deze tekst kwam naar boven, toen ik de laatste tijd verschillende artikelen en reacties las. Die waren geschreven naar aanleiding van een boek dat binnenkort verschijnt. De schrijver is een gepensioneerde hoogleraar, van wie ik vroeger nog les heb gehad. Hij was een goede docent. Hij prikkelde ons om niet na te praten, maar zelf te denken. Maar ook toen al, als beginnend student, dacht ik zo nu en dan van zijn uitspraken: ‘Tegen u in gaan kan ik nog niet, maar dat u gelijk hebt geloof ik niet’. Het eerste is minder geworden, het tweede sterker.

In een eerder (en geruchtmakend) boek, stelde deze schrijver, dat alles wat wordt gezegd over boven, van beneden komt. Op zich is daar natuurlijk niets tegen in te brengen. Wat gezegd wordt over God, hemel of wat dan ook, wordt nu eenmaal beneden, hier op aarde gezegd. Maar daarmee begint het verhaal pas. En daarom zegt die uitspraak niet zoveel. Deze suggereert alleen, dat God (en alles wat bij hem hoort) een bedenksel is van ons mensen. Dan kun je zeggen: ‘Knap bedacht’. Maar de eigenlijke vraag is natuurlijk hoe wij mensen op de gedachte zouden zijn gekomen om het allemaal te bedenken.

Daar zijn theorieën over, vooral psychologische. De mens zou behoefte hebben aan een grote, sterke figuur. Of de mens zou van alles bedenken om het ontstaan van het leven en van de kosmos te bevatten. Voor wie niet gelooft, lijken mij dat logische verklaringen (voorzover ze iets verklaren).

Voor wie gelooft, ligt de zaak totaal anders. De mens, die met geloof is gezegend, weet dat er zoiets bestaat als ‘openbaring’. Die mens weet, dat er iets van ‘de andere kant’ gekomen is, dat haar of hem heeft geraakt. En wanneer dat is gebeurd, is er niet meer alleen een spreken over boven van beneden. Maar dan blijkt, dat wat er beneden gezegd wordt, op gang is gebracht door boven. ‘Inspiratie’, dat wat door de Geest van God wordt ingegeven.

Daar komt bij, dat wie tot geloof komt, een soort van ontmoeting heeft met de levende Heer. Voor de kritische buitenstaander, die misschien alleen kan geloven in wat zichtbaar en meetbaar is, zal dat klinken als onzin. Voor wie geraakt is door deze opgestane Heer, is het levenveranderende werkelijkheid.

Die tekst uit Hebreeën vind ik prachtig. Je blijft er over nadenken wat die paar woorden allemaal betekenen.