"Kan dat wel, dat ik die liederen meezing terwijl ik niet gelovig ben?”

Hij stelde de vraag na afloop van een zangdienst. Psalmen, maar ook toppers als ‘Ik wandel in het licht met Jezus’, waren er gezongen. Vermoedelijk kende hij de melodieën nog van heel vroeger, toen hij nog wel eens met zijn moeder naar de kerk ging. Tegenwoordig loopt hij zo nu en dan een kerk binnen, maar geloven is nog iets anders. Dat lukt hem (nog?) niet.

Het blijft voor mij een raadselachtig iets, de variatie die er is in de belangstelling voor het Evangelie. Opgegroeid in één en hetzelfde gezin, gaat het ene kind van harte geloven, terwijl dit het andere kind niet gelukt. En zo zijn er ook de verhalen van kinderen, die vanuit ‘het niets’ zelf, zonder hun ouders, op zoek gaan en tot geloof komen.

Hebben de mensen die geloven in ‘uitverkiezing’ dan toch gelijk? Ligt van voor het begin van de schepping vast wie er gaat geloven en wie niet? Mij lijkt dat een te eenvoudige oplossing. Ik lees in de Bijbel, dat God zou willen dat alle mensen gaan geloven.

Maar hoe het dan wel zit weet ik niet. Wat ik wel weet is, dat het ervaren van gemis belangrijk is. Zoals Blaise Pascal stelde dat in het leven van ieder mens een leegte is geschapen die alleen gevuld kan worden door Jezus Christus. Zolang iemand bezig is die leegte op te vullen met van alles en nog wat, gaat de zoektocht niet in de richting van God. Maar wanneer het ervaren van dat gemis een roepen naar God tot gevolg heeft, wordt het anders. Dan is de kans heel groot, dat de Heer zich aan zo iemand bekend maakt. Maar hoe dan ook, een systeem heb ik nooit kunnen ontdekken. Ik heb ook mensen ontmoet, die graag zouden willen geloven, maar het raakte hen niet. Soms dacht ik dan, dat zij te veel op hun gevoel afgingen, maar of dat een verklaring is?

Maar goed, terug naar de vraag. Kun je geloofsliederen meezingen terwijl je zelf niet gelooft?

Waarom niet? Je doet het niet om met God of geloof te spotten. Het kan zijn, dat je zingt omdat de liederen mooi zijn. Denk aan de Matteüs Passion. Het kan ook zijn, dat je meezingt omdat jij je aanpast aan het gezelschap waarin je verkeert. En daar is niks mis mee.

En het kan zijn – en dat lijkt mij helemaal prachtig – dat je meezingt vanuit een zeker verlangen. Je zingt, omdat je zou willen dat wat je zingt werkelijkheid voor je zou zijn. Wie zo zingt, wordt vast gehoord ‘daarboven’ lijkt mij.

En wie zo zingt, vanuit een verlangen dat voor de zanger misschien helemaal nog niet zo duidelijk is, maar dat er wel is, zingt met aandacht. Met meer aandacht wellicht dan de zanger heeft voor wie de woorden heel vertrouwd zijn.

Hoe dan ook. Mijn antwoord op de vraag van het begin is: Wat fijn dat je meezingt; hopelijk wekken de woorden geloof. God wil wel.