Vaak heb ik gehoord van mensen, dat zij het onderwerp een beetje griezelig vinden: de heilige Geest. Wanneer hen werd verteld, dat een christen vervuld mocht worden met de Geest van God, gaf hen dat het gevoel dat zij dan bezeten werden of iets dergelijks. Niet meer eigen baas over je doen en laten, over je leven. Alsof je een soort robot zou worden of een marionet.

Enigszins begrijp ik een dergelijke reactie wel. Vol zijn van de Geest, gaat immers samen met je toevertrouwen aan God. In zekere zin geef je dus je onafhankelijkheid op. Maar bij deze opvatting is er sprake van tenminste twee misverstanden.

In de eerste plaats ben je als mens toch al nooit onafhankelijk. Niet dat ik geloof wat neurowetenschappers ons de laatste tijd toeroepen, namelijk dat een mens geen vrije wil zou hebben. Alles zou zijn vastgelegd in onze hersenen en onze reacties worden bepaald door hersenactiviteit (kort door de bocht gezegd). Mijn antwoord daarop ligt in de sfeer van ‘er is meer tussen hemel en aarde’ en ‘er speelt meer in onze hersenpan’. Wat ik bedoel te zeggen, is dat we wel kunnen denken dat wij vrije mensen zijn, maar wat betekent het dan dat Jezus ons heeft vrijgekocht? Vrijgekocht waaruit? Paulus omschreef het ongeveer als: Niet kunnen wat je wilt en wel doen wat je niet wilt. Voor iedereen herkenbaar denk ik. Er zijn talloze invloeden die ons doen en laten sturen. Wie zich dat niet bewust is, loopt het risico om zich door van alles en nog wat te laten meeslepen. Een prachtig boek daarover is: ‘Brieven uit de hel’, van C.S. Lewis. Hij beschrijft schitterend hoe de tegenstander van God, op een haast onmerkbare manier, bezig is met zijn werk. En dat werk bestaat daaruit, dat uit elkaar gedreven wordt wat bij elkaar hoort. Ook de mens en God. Maar afgezien van deze rechtstreekse actie van de kant van satan, zijn er zoveel verslavingen en vaste patronen en ideeën die ons tot onvrije mensen maken. Van onafhankelijkheid is echt geen sprake. Dat is iets dat wij onszelf graag wijsmaken.

Maar dan is er nog een misverstand. Dat wij, wanneer het in ons eigen (geloofs)leven Pinksteren wordt, niet meer vrij zouden zijn. In zijn brief aan de Galaten (5: 1) schrijft Paulus: ‘Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven …’. Die tekst stond (voor de verbouwing)in Amsterdam in de zestiger jaren nog boven een deur in het voormalige kerkgebouw waarin Paradiso werd gevestigd. Eén van de twee vrijplaatsen in Amsterdam waar drugs mochten worden gebruikt. Dat was pas een botsing van twee werelden.    

Maar eigendom zijn van Jezus is vrijheid. De vrijheid om je vanuit liefde te houden aan wat hij van je vraagt. En om te weten wat hij geeft en wat hij vraagt, heb je zijn Geest hard nodig. De Geest, die overtuigt en die onder meer een diepe blijdschap geeft. De Geest, die je laat zien waar het op aan komt. Niets om bang voor te zijn!