Zo intensief als we naar Pasen toeleefden, zal het naar het volgende feest niet zijn. Daarvoor is Pinksteren voor veel mensen te vaag en te ver weg. Dat dit zo is, is misschien wel één van de redenen waarom het in een deel van de kerk sukkelen geblazen is. De belofte die Jezus immers gaf bij dit feest mocht er zijn.

Je zult kracht ontvangen en (daarmee) mijn getuigen zijn. De Geest zal jullie te binnen brengen wat je moet weten. Je leven zal veranderen wanneer de vrucht van de Geest (Galaten 5) er in kan rijpen. De gaven van de Geest zullen je toerusten voor het leven als christen.

Om het maar cru te zeggen: kracht? Of slaperigheid en gewoonte? Getuige zijn? We  weten vaak niet hoe, want we zijnzelf niet zo zeker van ons geloof. Wat kenmerkt ons geloofsleven en ons gemeenteleven?

En wat we moeten weten? Er is vaagheid en onzekerheid.  Is het wel zo? Is de bijbel wel Gods Woord? Is Jezus wel opgestaan? Is het allemaal wel echt gebeurd?

Zal ons leven veranderen? Er werd vroeger wel gesproken over levensheiliging, maar wat moeten we ons daar bij voorstellen? Geloven en de dingen doen die de kerk overeind houden, is dat niet genoeg?

En dan die gaven? Allereerst zijn we druk met ons eigen gedoe. Bovendien zijn er van die vreemde gaven bij, zoals profeteren en spreken in talen (tongen).Wat moet je daarmee? De gave van het dienen, dat wil nog wel, als het ons zo uitkomt, maar de rest? Daar hebben we dominees en ambtsdragers voor – toch?

Intussen zitten we met een samenleving die nauwelijks nog weet wat Pasen betekent, laat staan dat iemand zou kunnen zeggen wat Pinksteren eigenlijk inhoudt.

En wie vindt, dat ik zo een te somber beeld schets, heeft voor een deel gelijk. Maar ook niet meer dan ‘voor een deel’.

Er is heel veel goeds aan de gang. Groeigroepen en Alphacursussen bloeien en mensen komen er tot (verdieping van hun) geloof. Pinkstermanifestaties trekken vele duizenden enthousiaste bezoekers, waaronder heel veel jongeren. Migrantenkerken schieten in heel het land tevoorschijn. Pioniersplekken worden opgezet en slagen er in nieuwe mensen te bereiken.

Maar laten we naar onszelf en naar onze eigen gemeente kijken. Hoeveel leven zit er in die brouwerij? Anders gezegd: hoeveel ruimte is er voor de Geest in ons midden? Helpen we elkaar om door middel van een beter verstaan van de bijbel te groeien in geloof? En wat is dat: Groeien in geloof? Zou dat iets anders zijn dan een groeiend verlangen dat heel ons leven meer en meer doortrokken zal zijn van de consequenties van het volgen van Jezus? Meer dan een groeiende verwondering over de liefde die God aan ons bewezen heeft? Meer dan een groeiende liefde voor hem?

Geestkracht is groeikracht. Dat is het verhaal van het boek Handelingen. De mogelijkheden van de Heer zijn groot. Wat hij nodig heeft, zijn mensen die niet bang zijn voor wat hen te wachten staat in een leven dat vol is van de Geest van God.