Vanouds is het Paasfeest in de kerk van groter betekenis dan welk ander feest ook. Het is immers de basis. Het kerstfeest is de aanloop en Pinksteren het vervolg. Maar Pasen is de kern. En natuurlijk zijn ze alle drie feesten van verwondering en dankbaarheid.

Toch zitten veel mensen met dit feest enigszins in hun maag. De gedachte, dat doden niet opstaan, is diep geworteld. Er is daarom in de loop van de tijd van alles bedacht om het Paasfeest te vergeestelijken. Zo zou Jezus bijvoorbeeld zijn opgestaan toen zijn leerlingen besloten om met zijn werk door te gaan. Mijns inziens een armzalige uitkomst van een tragische dood.

Waarom is er zoveel moeite met de opstanding? Ik kan niets anders bedenken, dan dat het menselijke verstand in dat geval meer te zeggen krijgt dan het kan verantwoorden. Men kan het zich niet voorstellen en daarmee houdt het op. Vreemd genoeg zijn er veel meer dingen die het verstand niet aan kan, maar die mogen wel bestaan. Liefde bijvoorbeeld. Wie begrijpt dat? De verwondering over het leven en over de liefde van God voor mensen en van mensen voor God en elkaar, gaat ons verstand te boven. Wie alleen aanvaardt wat het verstand kan begrijpen, maakt het leven kil en ten diepste zonder hoop.

Tom Wright is de anglicaanse bisschop van Durham. Hij wordt door velen gezien als een van de beste theologen van dit moment. Samen met een Canadese theoloog, Craig Evans, schreef hij een boek dat als titel meekreeg: De Laatste dagen van Jezus. Van Wright is ook het boek ‘Verrast door hoop’. Ook al echt een boek om te lezen rond Pasen.

In beide boeken wordt bestreden dat de opstandingverhalen fabeltjes zouden zijn of zouden zijn ontstaan door de verwarring van de discipelen. ‘Het is al bijna tweehonderd jaar uit de mode en zelfs gênant om te opperen dat Jezus’ opstanding echt gebeurd is’, schrijft Wright. Maar het graf was leeg en Jezus ontmoette na zijn opwekking uit de dood ruim vijfhonderd mensen. Prachtig, zoals Paulus dat beschrijft: ‘De meesten van hen leven nog’. Dat klinkt als: Ga het maar vragen aan deze getuigen. Op heldere manier laat Wright zien, dat het getuigenis van de evangelisten niet van tafel kan worden geveegd. ‘De Heer is waarlijk opgestaan.’

Grappig vind ik ook het gebruikte argument dat de eerste getuigen van dit wonderlijke feit juist mensen zijn die in de rechtspraak van die tijd geen stem hadden: Vrouwen. Zou het hele verhaal bedacht zijn – om welke reden dan ook – dan zou het niet met dergelijke getuigen zijn aangekleed.

Het gaat er met Pasen niet om wat wij ons kunnen voorstellen, maar om wat er gebeurd is. Hoe betrouwbaar zijn de verhalen van de mensen die er bij waren? En een mens moet zich in heel wat bochten wringen, of simpelweg het eigen (beperkte) begrip koning laten kraaien, om mensen die bereid waren voor (de Heer van) het verhaal te sterven, tot fantasten te verklaren.

Pasen: het is een wonder – lijk en feestelijk gebeuren, met enorme gevolgen.