Wat zou toch de reden zijn waarom het kerstfeest ons zo aanspreekt? Natuurlijk, we weten waar het om gaat. In de geboorte van het Kind is God naar ons toegekomen. Het is het begin van zijn lijdensweg, maar van onze bevrijding. Maar wie het geheel overdenkt, kan niet anders dan tot de conclusie komen, dat het paasfeest een groter, een ‘hoger’ feest is dan het kerstfeest. En toch worden onze emoties meestal meer geraakt in de maand december.

Zijn het de donkere dagen? Is het een restant in onze genen van het Germaanse midwinterfeest? Is het de warmte van het kaarslicht? Is het de klank van de ons zo vertrouwde liederen?

Of … Of is de oorzaak dat Kerst toch een ander gevoel meebrengt dan Pasen? Er is verschil naar mijn mening.

Pasen is een overwinningsfeest. Ik wil niet zeggen dat het ‘dolle pret’ is. Daarvoor is er te veel pijn en onrecht aan voorafgegaan. Maar het gaat wel om overwinning. Dat is meer uitbundig, hoe we ook worden uitgenodigd om juist ook bij dit feest tot bezinning te komen. Om een antwoord te zoeken op de vraag wat deze bevrijding voor ons betekent en wat de Bevrijder voor ons betekent. Het paasfeest draagt ook de vraag in zich: Hoe zal ik u volgen?

Dat klinkt anders dan: Hoe zal ik u ontvangen? Kerst heeft niet het haast stoere van de overwinning in zich. Het is meer het feest van de dankbare verwondering. God heeft naar ons omgezien. Hij komt op de meest kwetsbare manier in ons midden. Wat een waagstuk! Wat een liefde spreekt daar uit!

En we hebben, zeker ook bij dit feest, wel wat goed te maken.

Toen hij kwam (en toen hij er was) zat het mensdom bepaald niet op hem te wachten. Het waren een paar randfiguren en wat vreemde sterrenkijkers die de moeite namen om hem welkom te heten. Maar in Betlehem werd om hem een dertigtal kinderen vermoord. En toen hij stierf was hij niet alleen van ons, maar zelfs van God verlaten.

En nog – hoe vaak ga ik niet mijn eigen weg; alsof hij er even niet toe doet?

In ieder geval is er een verschil tussen de twee feesten. De overwinningsroes van Pasen voelt heel anders aan dan de vertedering en warmte van Kerst. Maar de liefde van God spreekt heldere taal vanuit beide gebeurtenissen. Of het nu gaat om een gevulde (geboorte)grot of om een lege (graf)grot. Beide gebeurtenissen zijn een oproep: ‘Hoe zal ik …?’

Hoe zal ik ontvangen en hoe zal ik volgen?

Wie zich dergelijke vragen stelt, is praktisch en gelovig bezig. En tot die dingen roept onze Heer ons op. Gelovig bezig zijn in de praktijk van ons leven van elke dag. Niet teveel theorie (wel wat, want het is het steigerwerk van ons denken), maar praktisch liefde tonen. Bijvoorbeeld (actueel in onze dagen!) aan de vreemdeling in ons midden, aan de dakloze en aan de levensgenieter die langzaamaan ontdekt hoe leeg het bestaan is.

Gezegende Kerst wens ik u.