‘Tegen domheid strijden zelfs de goden vergeefs.’

Het is een klassieke uitspraak, een heel oude. Hij schoot bij mij naar boven terwijl ik al zappend verzeild raakte in een Tv – spelletje. Drie mannelijke duo’s moesten raden wat driemaal twee jongedames als antwoord zouden geven op vragen die werden gesteld. Ik moet zeggen dat ik verbijsterd was. Zes meisjes, ik schat hen in de eerste helft van de twintig, die geen raad wisten met de vraag waar het Robbeneiland gezocht moest worden waar Nelson Mandela gevangen had gezeten. Geen van hen wist wie Mandela was. En het koppel dat Robbeneiland in de Middellandse zee plaatste won, omdat de andere twee bij de USA en Groenland terecht kwamen. Het is één voorbeeld, maar elke volgende vraag leverde een dergelijk resultaat. Vanwaar een zo grote onwetendheid? Is het omdat deze schoonheden leven bij de dag? De dag die ‘geplukt’ moet worden? Is voor hen het enige dat telt hoe zij er uitzien en overkomen? Horen zij bij de categorie die geen enkele belangstelling heeft voor de geschiedenis omdat deze toch voorbij is? En – waarover wordt er bij hen thuis gepraat?

Toch is dit, deze onwetendheid, niet zozeer, in ieder geval niet alleen, de domheid waar de goden geen raad mee weten. Hier valt nog wel iets aan te doen denk ik; niet alleen door ‘de goden’, maar ook door de mensen. Belangstelling voor de wereld waarin je leeft kan groeien en kan gewekt worden.

 

Gaat het dan om de domheid die je ook kortzichtigheid kunt noemen? Deze komt soms voort uit emotie of boosheid. Hoe dom kan ik in een dergelijke situatie wel niet zijn. Wie er voorbeelden van wil zien, kan te allen tijde terecht op het internet. Kijk maar eens bij de commentaren die daar worden gegeven op nieuwsberichten. Scheldpartijen op politici bijvoorbeeld, die immers alleen maar ‘een zootje zakkenvullers’ zouden zijn, zijn er niet van de lucht. Van zoiets als de Balkenendenorm – om maar iets te noemen – hebben deze spuiers kennelijk nog niet gehoord. En wie leest in welke richting de (mijns inziens ongeloofwaardige en teveel aandacht krijgende) politieke peilingen wijzen, zou kunnen vrezen dat wel 20% van de stemgerechtigden in ons land niet verder kijkt dan de eigen onvrede en onzekerheid van het moment.

 

Domheid. Gezien de ouderdom van het gezegde over ‘de goden’, is het van alle tijden. En wie van ons heeft er niet zo nu en dan last van. Maar wat is het nu eigenlijk?

Domheid is: ‘een kleine wereld’. Een wereldje waarin je kunt zitten door geen belangstelling te hebben voor wat zich er buiten afspeelt. Niet verder kijkend dan je bestaan van alledag. Zulke ogenblikken kan iedereen hebben, maar wanneer het chronisch wordt, dan kom je als het ware in een koker terecht. Belangrijk is dan alleen wat jou direct aangaat. De wereld is ‘ver van je bed’. Zo kan een mens bijvoorbeeld ook ‘kerkelijk dom’ zijn. Alleen wat zich aan goed en kwaad afspeelt in de eigen gemeente wordt waargenomen. Van een landelijke en van een wereldkerk heeft zo iemand dan geen weet.

Een ‘kleine wereld’ kan ook ontstaan doordat ik me gekrenkt voel. Ik wil mijn boosheid kwijt en praat er over met wie maar in de buurt is. De ene hoorder probeert dan te vluchten voor het geweld, de andere reageert wellicht met: ‘Je moet je er niet zo druk om maken’. Deze laatste heeft het dan natuurlijk gedaan, want deze neemt ‘mijn wereld’ niet serieus. Of ik praat er met niemand over en pot het op, totdat de bom barst. En dat is dan wel heel dom!

 

Er valt heel wat te overwegen. Waar de onwetendheid van een paar vrolijke ‘meiden’ al niet toe kan leiden. En helpt het dan om te weten wat wijsheid is? ‘Het begin van wijsheid is ontzag voor de Heer …’ (Psalm 111). Die tekst sierde heel wat Scholen met de Bijbel. Het zal duidelijk zijn, dat er dan niet alleen feitenkennis bedoeld werd. ‘Ontzag voor de Heer’(‘vreze des Heren’) betekent zonder meer al dat je als mens uit je verkokerde bestaan komt. Je leert niet alleen verder kijken dan je eigen bestaan, maar de hele zichtbare werkelijkheid komt in beeld. Inclusief de vreemdeling, de hongerige, enz. En het wordt nog mooier. De niet – zichtbare werkelijkheid dient zich aan. De werkelijkheid van God en van zijn Koninkrijk.

Laat de goden maar tevergeefs strijden, tegen welke vorm van domheid dan ook. God weet er weg mee. Hopelijk ik zelf ook.

 

Pieter Boomsma